Paus Franciscus voor Veertigdagentijd: ‘Kijk naar de geopende armen van de gekruisigde Christus’

BOODSCHAP VAN DE HEILIGE VADER VOOR DE VEERTIGDAGENTIJD 2020

“Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen!” (2 Kor. 5, 20)

Geliefde broeders en zusters,
Ook dit jaar staat de Heer ons een gunstige tijd toe om ons erop voor te bereiden met een vernieuwd hart het grote mysterie te vieren van de dood en de verrijzenis van Jezus, de spil van het persoonlijke en gemeenschappelijke leven van de christen. Wij moeten voortdurend met geest en hart terugkeren naar dit mysterie. Het houdt immers niet op in ons te groeien in de mate waarin wij ons laten betrekken bij de geestelijke dynamiek ervan en waarin wij ons met een vrij en edelmoedig antwoord daarbij aansluiten. 

1. Het paasmysterie, fundament van bekering

De vreugde van een christen komt voort uit het luisteren naar en het ontvangen van de Blijde Boodschap van de dood en de verrijzenis van Jezus: het kerygma. Het vat het mysterie samen van een liefde “die zo werkelijk, zo waar, zo concreet is dat zij ons een relatie biedt vol oprechte en vruchtbare dialoog” (apost. exhort. Christus vivit, 117). Wie gelooft in deze boodschap wijst de leugen af volgens welke ons leven uit onszelf zou voortkomen, terwijl het in werkelijkheid wordt geboren uit de liefde van God de Vader, uit zijn wil om leven in overvloed te geven (vgl. Joh. 10, 10). Als men integendeel luistert naar de verleidelijk stem van de “vader van de leugen” (vgl. Joh. 8, 45), loopt men gevaar weg te zinken in de afgrond van de onzin en daarbij reeds hier op aarde de hel te ervaren, waarvan helaas vele dramatische gebeurtenissen van de persoonlijke en collectieve menselijke ervaring getuigenis afleggen.

In deze Veertigdagentijd 2020 zou ik daarom naar iedere christen willen uitbreiden dat wat ik al heb geschreven aan de jongeren in de apostolische exhortatie Christus vivit: “Kijk naar de geopende armen van de gekruisigde Christus, laat je steeds opnieuw redden. En wanneer je nadert om je zonden te belijden, geloof dan vast in zijn barmhartigheid, die je bevrijdt van schuld. Aanschouw zijn bloed, met zoveel liefde vergoten, en laat je daardoor reinigen. Zo zul je steeds opnieuw herboren kunnen worden” (nr. 123). Het Pasen van Jezus is niet een gebeurtenis in het verleden: door de macht van de Heilige Geest is het altijd actueel en maakt het ons mogelijk met geloof naar het vlees van Christus in zeer veel lijdenden te kijken en dit aan te raken.

2. De dringende noodzaak van bekering

Het is heilzaam het paasmysterie waardoor ons de barmhartigheid van God is geschonken, diepgaander te overwegen. De ervaring van de barmhartigheid is immers alleen maar mogelijk “van aangezicht tot aangezicht” met de gekruisigde en verrezen Heer, “die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij” (Gal. 2, 20). Een dialoog van hart tot hart, van vriend tot vriend. Daarom is het gebed in de vastentijd zo belangrijk. Nog voor dat het een plicht is, brengt het de behoefte tot uitdrukking om te antwoorden op de liefde van God, die ons altijd voorafgaat en ons ondersteunt. Een christen bidt immers in het bewustzijn dat hij onwaardig is bemind te worden. Het gebed zal verschillende vormen kunnen aannemen, maar wat werkelijk telt in de ogen van God, is dat het zo diep graaft binnen in ons dat het de
hardheid van ons hart doet afbrokkelen om het steeds meer tot Hem en zijn wil te bekeren.

Laten wij ons in deze gunstige tijd daarom laten leiden zoals Israël in de woestijn (vgl. Hos. 2, 16), zodat wij uiteindelijk naar de stem van de Heer kunnen luisteren en die dieper in ons en met een grotere beschikbaarheid laten weerklinken. Hoe meer wij ons bij zijn Woord laten betrekken, des te meer zullen wij erin slagen zijn belangeloze barmhartigheid voor ons te ervaren. Laten wij daarom deze tijd van genade niet tevergeefs voorbijgaan, in de aanmatigende illusie dat wij heer en meester zijn van de tijden en de wijzen van onze bekering tot Hem.

3. De hartstochtelijke wil van God om met zijn kinderen in dialoog te gaan

Wij moeten het feit dat de Heer ons nogmaals een tijd biedt die gunstig is voor onze bekering, nooit als vanzelfsprekend beschouwen. Deze nieuwe gelegenheid zou in ons een gevoel van dankbaarheid moeten opwekken en ons moeten wakker schudden uit onze laksheid. Ondanks de soms ook dramatische aanwezigheid van het kwaad in ons leven, zoals in dat van de Kerk en de wereld, brengt deze ruimte die wordt geboden voor een koerswijziging, de volhardende wil van God tot uitdrukking om de dialoog van het heil met ons nooit te verbreken. In de gekruisigde
Jezus, die “God voor ons tot zonde heeft gemaakt” (2 Kor. 5, 21), is deze wil zover gegaan dat hij al onze zonden op zijn Zoon heeft laten neerkomen en zelfs “God tegen God heeft gekeerd”, zoals paus Benedictus XVI heeft gezegd (encycl. Deus caritas est, 12). God heeft immers ook zijn vijanden lief (vgl. Mat. 5, 43-48).

De dialoog die God met iedere mens wil aangaan door middel van het paasmysterie van zijn Zoon is anders dan die aan de bewoners van Athene werd toegeschreven, die “het liefst hun tijd verdreven met het vertellen en het aanhoren van de laatste nieuwtjes” (Hand. 17, 21). Dit type geklets, dat wordt ingegeven door holle en oppervlakkige nieuwsgierigheid, kenmerkt de wereldse gezindheid van alle tijden en kan ook in onze tijd binnensluipen in een misleidend gebruik van de communicatiemiddelen.

4. Een rijkdom die gedeeld, niet alleen maar voor zich vergaard moet worden

Het paasmysterie in het middelpunt van het leven plaatsen, betekent medelijden voelen voor de wonden van de gekruisigde Christus die aanwezig zijn in de zovele onschuldige slachtoffers van oorlogen, gewelddaden tegen het leven, vanaf het ongeboren kind tot de oudere, van de veelsoortige vormen van geweld, van milieurampen, van een onrechtvaardige verdeling van de goederen der aarde, van mensenhandel in al zijn vormen en van een ongebreideld winstbejag, die een vorm van afgodendienst is.

Ook vandaag is het belangrijk de mannen en vrouwen van goede wil te herinneren aan het delen van het eigen bezit met de meest behoeftigen door middel van een aalmoes als vorm van persoonlijke deelname aan de opbouw van een rechtvaardigere wereld. In liefde delen maakt de mens menselijker: vergaren dreigt hem minder menselijk te maken door hem op te sluiten in zijn eigen egoïsme. Wij kunnen en moeten ook verder gaan bij het overwegen van de structurele dimensies van de economie. Om die reden heb ik in de Veertigdagentijd 2020 van 26 tot 28 maart in Assisi jonge economen, ondernemers en changemakers bijeengeroepen met het doel bij te dragen aan het ontwerpen van een economie die rechtvaardiger en inclusiever is dan de huidige. Zoals het leergezag van de Kerk meermalen heeft onderstreept, is politiek een uitstekende vorm van naastenliefde (vgl. Pius XI, Toespraak tot de FUCI, 18 december 1927). Dit zal ook zo zijn, wanneer men zich bezighoudt met economie in dezelfde evangelische geest, die de geest is van de
zaligsprekingen.

Ik roep voor de komende Veertigdagentijd de voorspraak in van de Heilige Maria, opdat wij aan de oproep gehoor geven ons te laten verzoenen met God, de blik van ons hart te richten op het paasmysterie en ons te bekeren tot een open en oprechte dialoog met God. Op deze wijze zullen wij kunnen worden wat Christus van zijn leerlingen zegt: zout der aarde en licht der wereld (vgl. Mat. 5, 13-14).

Franciscus

Rome, bij de Sint Jan van Lateranen, 7 oktober 2019,
Gedachtenis van de Heilige Maria van de Rozenkrans.

Vertaling: drs. H.M.G. Kretzers
Eindredactie: A. Kruse MA
Copyright: Liberia Editrice Vaticana/SRKK

Bron: Website van de Kerkprovincie

 

Facebook
Twitter
LinkedIn