Vrijwilligers zijn de olie van kerkelijk Nederland. De tijd die vrijwilligers in ons land aan de kerk besteden, staat gelijk aan zo’n 28.000 FTE”, aldus professor Lucas Meijs. Actie Kerkbalans, de jaarlijkse fondsenwervende actie waarmee plaatselijke kerken hun leden om een financiële bijdrage vragen, draait bijna volledig op vrijwilligers. Al vijftig jaar. Die vrijwillige inzet heeft grote waarde, voor kerkgemeenschappen én voor de samenleving.
Nederland telt gemiddeld zes katholieke parochies en protestantse gemeenten per (woon)gemeente”, aldus hoogleraar J. Meijs (Strategic Philanthropy and Volunteering, Erasmus Universiteit) in zijn toespraak tijdens de landelijke persconferentie van Actie Kerkbalans op woensdag 10 januari. Al die kerken samen tellen ruim 280.000 vrijwilligers, die elk gemiddeld 4 uur per week besteden aan hun lokale kerk. “Kortom: in de kerk wordt ongelofelijk veel vrijwillige energie gestoken. Het staat gelijk aan zo’n 28.000 FTE, of zo’n 1,5 miljoen euro besparing aan werkloon per jaar.” Maar daar gaat het niet eens om, benadrukt Meijs. “Veel interessanter is de vraag: waar maken deze vrijwilligers waarde?”
Waarde op drie niveaus
De inzet van al die kerkelijke vrijwilligers heeft volgens Meijs waarde op drie niveaus. “Allereerst doet het iets met de vrijwilliger zelf. Die heeft plezier, leert wat bij, ontmoet anderen. Als tweede is er de waarde voor de plaatselijke kerk; dankzij de vrijwillige energiebron kan de kerk functioneren, een gemeenschap bouwen en uitreiken naar anderen.” Als derde noemt Meijs de waarde voor de samenleving, op algemeen niveau. “Kerken en kerkgebouwen vertegenwoordigen vaak eeuwen van maatschappelijke betrokkenheid. Binnen wijken, dorpen en steden is de kerk een bekende plek, een zichtbaar ijkpunt. Het is een gemeenplaats die niet speciaal van iemand is maar van iedereen, zonder overheidsbemoeienis. Het is een plaats waar mensen bij elkaar komen, waar spullen worden ingezameld bij bijvoorbeeld noodacties. Daarnaast heeft de kerk een emotionele presentie. Het zorgt voor een ‘altijd welkom gevoel’ en is voor velen een plek van herinneringen.” De opbrengst van Actie Kerkbalans wordt onder andere gebruikt om die belangrijke gebouwen te onderhouden. Meijs: “De waarde daarvan wordt niet altijd gezien in de huidige samenleving, maar is er zeker nog.”
Vrijwilligerswerk in deze tijd
De opvatting leeft dat vrijwilligerswerk in z’n traditionele, collectieve vorm zijn beste tijd heeft gehad. Een misvatting, aldus Meijs. In 2003 gaven onderzoekers aan dat het vrijwilligerswerk verschoof van collectieve structuren naar individuele structuren. Mensen zouden alleen nog vrijwilligerswerk doen als onderdeel van hun eigen biografie, incidenteel in plaats van structureel en zonder intermediairs. Meijs: “Maar wat blijkt? Deze individuele vorm komt niet in plaats van de collectieve vormen van vrijwilligerswerk, maar erbovenop. Uit onderzoek dat ik heb gedaan en dat van andere wetenschappers blijkt dat nieuwe vormen van vrijwillige inzet de klassieke structuren niet doen verdwijnen. Vrijwilligers zijn als ‘burgeromnivoren’: ze doen alles!” Ter illustratie noemt Meijs de nationale vrijwilligersdag NL Doet, dat het Oranje Fonds jaarlijks organiseert. “75 tot 80 procent van de mensen die meedoet aan NL Doet, blijkt al een klassieke vrijwilliger te zijn ergens anders. Kortom: collectief vrijwilligerswerk voor kerken, verenigingen en clubs is nog net zo levendig als altijd. Actie Kerkbalans is daar een mooi en groot voorbeeld van.”