De Belte

Het Slagharens kwartiertje

Ofwel: Blijf erin geloven …

Als nieuwe pastoor van de Emmanuelparochie ben ik bezig in ons werkgebied contact te leggen met diverse groepen, verenigingen en instanties.
Zo ook met enkele (‘van huis uit’) katholieke voetbalverenigingen hier in de buurt. Mijn ervaring leert, dat heel wat parochianen actief zijn binnen dit soort verenigingen. Contact met deze verenigingen biedt mij de gelegenheid hen nader – ook op andere manier – te leren kennen. Bovendien vind ik dit soort contacten van belang vanwege katholieke aspecten van bijvoorbeeld jubilea, maar ook van andere gebeurtenissen binnen zo’n vereniging. Iets ruimer geformuleerd, het kan hierbij ook gaan om gelovige inspiratie of zingeving. Verder vervullen verenigingen als EMMS niet alleen op sportief, maar ook op maatschappelijk terrein, een belangrijke rol. Voorbeeld hiervan is het jeugdvoetbal. Maar hierbij denk ik ook aan het G-voetbal: hieraan nemen spelers deel, die vanwege een lichamelijke of verstandelijke beperking moeite hebben om mee te kunnen komen met het reguliere voetbal; maar wel liefhebbers zijn van het geliefde spelletjes, dat voetbal toch is. Dit heeft – bezien vanuit een gelovige bril – ook weer raakvlakken met de diakonie: dat ook zij, voor wie dit niet vanzelfsprekend is, kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, hoort tot de sociale leer van de katholieke kerk.
“Last but not least” speelt hierbij natuurlijk ook een rol, dat ik ook zelf voetballiefhebber ben. Ik ben opgevoed met FC Twente …, en – als het kan – op de zaterdagen actief als jeugdvoetbalscheidsrechter; dan fluit ik jeugd tussen 15 en 18 jaar. Verder ben ik als landelijk geestelijk adviseur verbonden aan NKS-Voetbal. NKS staat voor: Nederlandse Katholieke Sportfederatie.
Inmiddels ben ik – meermaals zelfs – op bezoek geweest bij OVC ’21 in Ommen. Ook was ik bij de wedstrijden Dalfsen-Lemelerveld en Lemelerveld-Dedemsvaart. Maar EMMS had ik nog niet bezocht. Omdat ik in de krant heb gelezen, dat EMMS bovenaan staat, lijkt mij dit een goede reden om op zondagmiddag 3 februari jl. naar het sportpark in Slagharen te rijden. Bij aankomst word ik meteen gastvrij ontvangen. Achter de kassa zat iemand, die ik ken van de kerk in De Belte. Ik krijg een programmaboekje en mag doorlopen. De wedstrijd is net begonnen. Eerst posteer ik me langs het veld in de buurt van de assistent-scheidsrechter van EMMS, om te zien, hoe hij zijn werk doet. De reden hiervan is, dat ik me kapot kan ergeren aan grensrechters, die vlaggen als het geen buitenspel is, terwijl een speler van de tegenpartij in kansrijke positie op het doel af gaat. Op zo’n moment begint mijn gevoel voor rechtvaardigheid bij mij op te spelen. Gelukkig doet de assistent-scheidsrechter van EMMS zijn werk correct: de adviezen die hij geeft, zijn juist. Jammer genoeg begint het te regenen; normaal ben ik niet voor een buitje vervaard, maar om droog te blijven, ben ik toch maar op de tribune gaan zitten. Daar zie ik, hoe EMMS in de eerste tien minuten twee open kansen mist. Jammer, want tegenstander Protos uit Steenwijksmoer (een ‘angstgegener’ zegt iemand me) komt steeds beter in de wedstrijd. Mijn buurman op de tribune verklaart dit als volgt: EMMS is een technische ploeg, die goed kan voetballen, maar minder goed is opgewassen tegen ‘fysieke’ elftallen als Protos, die het van hard werken moeten hebben. Dit blijkt ook, want na een half uur komt Protos verdiend op voorsprong. Dit doelpunt is in mijn ogen ook gerechtigheid, omdat het er een paar tellen daarvoor verdacht veel op lijkt, dat de bal de doellijn van EMMS al gepasseerd is. Dit zou een goal voor Protos hebben moeten betekenen, maar de arbitrage beslist anders. Intussen zie ik overigens een scheidsrechter – de heer Menkhorst uit Borne – die heel goed fluit: hij weet wat hij wil, en dat straalt hij ook uit op de spelers. Zijn duidelijkheid komt de sportiviteit van de wedstrijd zeker ten goede. De rust breekt aan met 0-1. In de pauze is het tijd voor een warme bak koffie. In de kantine ontmoet ik Catharinus Maas, één van de kosters van de kerk in Slagharen. Daar legt hij voorafgaand aan de Heilige Mis, de gewaden altijd keurig voor me klaar. Ook in het clubgebouw van EMMS – waar hij ook een belangrijke functie vervult – heeft hij zijn zaakjes goed op orde: de koffie smaakt prima. De ‘clubliefde’ van de heer Maas lijkt me ‘spreekwoordelijk’. Na de pauze is er hetzelfde spelbeeld: Protos heeft duidelijk het beste van het spel. EMMS laat zich de kaas van het brood eten. Het mag zelfs blij zijn, dat het geen 0-4 of 0-5 voor Protos wordt. Keerpunt in de wedstrijd is een rode kaart voor een speler van EMMS: in een uiterste poging om de bal te veroveren, komt hij met zijn been veel te hoog in, waardoor hij het risico neemt om zijn tegenstander zwaar te blesseren. Dit gebeurt gelukkig niet. Maar de scheidsrechter vindt deze overtreding ernstig genoeg om de speler van EMMS door het tonen van de rode kaart, van het veld te sturen. Het is maar hoe je als scheidsrechter zoiets waarneemt, als scheidsrechter neem jij ook de beslissing en niemand anders, maar zelf had ik het gevoel, dat in dit geval een gele kaart zou hebben volstaan. Typisch zo’n “VAR-moment”.
Hoe dit ook zij, het lijkt erop, dat EMMS juist deze rode kaart nodig heeft om de mouwen nog een keer op te stropen. Het ‘Slagharens kwartiertje’ breekt aan: de mouwen worden opgestroopt, er wordt meer strijdlust aan de dag gelegd. En deze extra inzet wordt beloond, want zowaar valt de gelijkmaker. Tegen de voorzitter van EMMS, die naast me zit op de tribune, zeg ik: “We mogen blij zijn met dit punt, inpakken en wegwezen”. Dit blijkt ook wel, want in de spannende minuten die dan volgen, mist Protos nog een aantal dotten van kansen. Maar ook aan de andere kant had het winnende doelpunt voor EMMS zomaar nog kunnen vallen. Maar dit zou naar mijn mening te veel van het goede zijn geweest. Volgens mij heeft EMMS deze middag een paar ‘beschermengeltjes’ op paal en lat zitten; en mogen we Onze Lieve Heer op onze blote knieën danken, dat er nog een gelijkspel uit het vuur is gesleept.
Na afloop ga ik nog even naar binnen in het mooie clubgebouw. Aan het schap drink ik nog een “Radler 0.0” (alcoholvrij) en praat nog wat na met deze en gene. Het is er gezellig: ook de spelers van het tweede zijn er nog. Ze hebben deze morgen nipt verloren, zo vertelt één van de spelers, als hij nog een rondje komt bestellen voor zijn team. Hij voegt eraan toe: “als het dan in de eerste of tweede helft niet lukt, dan moeten we er in de derde helft maar een feestje van maken”. Dit gebeurt ook. Gelukkig is de speler, die met rood van het veld werd gestuurd, niet naar huis gegaan; ook hij is nog in het clubgebouw. We zijn het erover eens, dat de rode kaart, die hij kreeg, wel erg ‘zuur’ is.
Al met al kijk ik terug op een mooie zondagmiddag ‘uit’. Wat me nog opvalt, is dat ook de jongsten hun steentje bijdragen aan de wedstrijd. Langs de kant zie ik een jochie van twee, dat samen met opa en oma naar het terrein is gekomen. Hij moedigt zijn ‘papa’ aan, die één van de spelers van EMMS in het veld is. Op de tribune zit nog een leeftijdgenoot van hem. Hij had zo verslaggever kunnen worden, want hij is constant aan het woord. Zijn oma maakt hem alvast vertrouwd met de spelregels. Ze legt hem uit, dat de keeper de bal in de handen mag pakken, maar de andere spelers niet; want dan is het hands. Ook bij EMMS heeft de jeugd de toekomst ! Achter het doel zie ik nog het spandoek: “Trots op Slagharen”. Samen met de andere gebruiker van dit complex – de voetbalvereniging Lutten – mag EMMS met recht trots zijn op dit sportpark met haar gezellige kantine. Op de muur staat geschreven: “Samen gerealiseerd”. Wat ik EMMS wil toewensen is, dat dit teamgevoel de kracht mag zijn, die deze vereniging blijft drijven, op weg naar de viering van het 90-jarig bestaan van deze vereniging in 2021 (of 2022, dit is me niet helemaal duidelijk). Als EMMS “het beste van zichzelf blijft geven” – zoals de paus dit uitdrukt in een recent document over geloof en sport – dan mogen we straks, in het voorjaar, wellicht nog de kampioensvlag hijsen. We zullen het zien ! Voor nu: dank voor de ontvangst en veel sportief succes en plezier ! Blijf erin geloven !
Pastoor André Monninkhof