Een nieuwe manier van leven
Deze titel schiet mij te binnen naar aanleiding van de eerste lezing van afgelopen zondag (31 juli jl.) uit Prediker. Prediker spreekt hierin over ‘ijdelheid der ijdelheden’. Hoeveel ijdelheid is er niet in deze wereld, zo vraagt hij zich af. We maken ons druk om van alles en nog wat. Maar weten we wel waarvoor het allemaal doen ? Bovendien beklaagt de Prediker over al het onrecht dat hij om zich heen ziet. Sommigen spannen zich in, anderen gaan ermee aan de haal! Dit kan toch nooit de bedoeling zijn ?
Naar mijn indruk heeft de Prediker wel een punt. Immers, in onze wereld wordt de kloof tussen rijk en arm steeds groter. Denk maar eens aan de energielasten: deze rijzen de pan uit. De meesten van ons staan in de kou, er is een steeds kleiner wordende groep die er ‘warmpjes bij zit’. Bovendien vallen we van de ene crisis in de andere. Het coronaspook waart nog steeds rond, natuurlijke hulpbronnen raken uitgeput; het klimaat verandert, waardoor het steeds droger wordt en de vraag rijst, hoe we de watervoorziening op peil kunnen houden; we zitten met een schier onoplosbaar dilemma tussen behoud van de natuur en agrariërs, die in de knel komen; en wanneer houdt ‘in vredesnaam’ die zinloze oorlog in de Oekraïne nu eindelijk eens op ?
Intussen mist deze malaise zijn uitwerking niet: oudere mensen hebben het gevoel aan de kant geschoven te worden; jongere mensen branden op en kwetsbare mensen krijgen niet de zorg die ze verdienen. We voelen ons niet gezien, niet gehoord, niet gewaardeerd; met als gevolg dat allerlei spanningen stijgen tot het kookpunt; en dat terwijl deze zomer toch al allerlei hitterecords breekt …
Het vurige pleidooi, dat ik lees in de bespreking van twee nieuwe boeken over een andere manier van leven, is me daarom uit het hart gegrepen. Beide auteurs, Man Keirse en Karin Armstrong, vragen ons om geen ‘schatten op aarde’ maar ‘schatten in de hemel’ te verwerven. Zij pleiten voor compassie. Dat is het vermogen om mee te voelen met de ander. Omdat compassie ons bevrijdt uit de gevangenis van ons ego, zo zegt Armstrong, kunnen we hierdoor komen tot een ervaring van het anders-zijn – de heiligheid – van wat we God noemen. Laten we niet alleen afgaan op ons eigen ‘goede gevoel’. Maar ook samen genieten.
Dit is ook de ‘tijding van troost en vreugde’, die het evangelie ons meegeeft. Jezus wordt geboren in een krot en wordt een vluchteling. In Zijn Zoon is God ons zo in al onze ellende, in al ons wanhopig zoeken naar zin en grond van ons bestaan, nabij. Zijn compassie (letterlijk vertaald: ‘mede-lijden’) is het grote geheim van ons geloof. Dat dit geschenk uit de hemel ons de weg mag wijzen naar een nieuwe manier van leven!
Pastoor André Monninkhof
Zie ook:
- Manu Keirse: “Anders leven”
- Karin Armstrong: “De heilige natuur. Het herstel van onze relatie met onze natuurlijke omgeving”.