Ommen

Stilstaan bij het Kruis van Jezus

Stilstaan bij het Kruis van Jezus..

Eens per jaar worden de kinderen van de basisschool uitgenodigd voor een rondleiding in de kerk. Samen met de kosters laat ik ze van alles zien: de doopvont, het priesterkoor, de sacristie, de biechtstoel enz.

Voor de meeste kinderen is het kerkgebouw een vreemde plek.

De ‘kleintjes’ valt het op dat, wanneer je je stem laat horen, dit meteen heel hard klinkt.

De ‘iets groteren’ worden stil wanneer zij allemaal een kaarsje-met-intentie bij Maria op mogen steken om daarna samen te bidden.

Ik zie telkens dat het kerkgebouw veel indruk maakt op hen: de architectuur, de hoge gewelven, de glas in lood ramen, de akoestiek enz.

Op deze manier hoop ik dat die kinderen iets proeven van wat ons overstijgt.

Met groep zes had ik deze keer speciaal aandacht voor de Kruisweg. Bij elke statie hebben we stilgestaan, en zo het verhaal van het lijden en sterven van Christus opnieuw verteld en beleefd.

Aan het eind vroeg ik: ‘is er iets dat je nu weet, wat je hiervoor nog niet wist?’

Eén kind sprak spontaan: ‘ik dacht altijd dat Jezus met touwen vast was gemaakt aan het kruis, en dat hij wel een steuntje voor zijn voeten had, maar nu weet ik dat hij vastgespijkerd was aan dat kruis .. wat zal dat zeer hebben gedaan’. En hardop denkend ging hij verder: ‘Jezus is dus niet van de honger omgekomen, maar door die spijkers is hij doodgegaan.

Jezus is dus vermoord.’

Tja, dat kon ik niet ontkennen..

Een ander was onder de indruk van de afmeting van het kruis dat Jezus moest dragen: te groot en te zwaar voor een mens; geen wonder dat je tot drie keer valt.

En de doek van Veronica met daarin het gelaat van Jezus: daaruit kon je opmaken, dat Jezus toch wel heel bijzonder was.. want bij een gewoon mens gebeurt dat niet.

Blijkbaar gaven de staties een beeld van het verhaal dat zij op die manier nog niet hadden gezien. Een verhaal dat tot dan toe nogal ‘statisch’ bleek te zijn, werd met behulp van de afbeeldingen, de staties, een belevenis voor hen; een verhaal dat ging leven. Ze zágen het letterlijk voor zich, zagen het gebeuren..

Maar, zo zagen zij, het was bepaald geen ‘eind goed al goed’ verhaal.

Ik vertelde dat je zo af en toe wel eens een vijftiende statie zag: die van de verrijzenis van Jezus. En ik vertelde dat je de boodschap als volgt zou kunnen verstaan: het gaat niet om lijden en dood. Neen, het gaat om de opstanding.

Ook daar in die kerk heb ik weer ervaren hoe moeilijk het is om woorden te geven aan dat christelijke mysterie; de kanteling van dood naar leven.

E. Borgman zegt het als volgt: met het herdenken van het lijden van Jezus herdenken we het lijden van de wereld.

Alle aspecten in het lijden van Jezus zijn te verbinden met het lijden in onze wereld, die ook Gods wereld is.

Nog steeds worden er mensen gemarteld en vernederd, nog steeds worden er mensen veroordeeld. Nog steeds worden er mensen beroofd, nog steeds worden er mensen gedood. Nog steeds zijn er mensen die hun handen in onschuld wassen..

In deze tijd willen we komen tot versobering en verstilling. Stil worden om het lijden en sterven van Christus te gedenken. Stil worden om het lijden in onze wereld te zien. Verstommen bij het onrecht en leed dat er overal om ons heen is. Om te erkennen dat lijden nooit een doel op zich mag zijn.

Stil worden om zover te komen, dat we durven hopen en geloven in de opstanding tot het ware leven, niet alleen van Jezus, maar van alles en allen.

Ik hoop dat dit een opmaat mag zijn tot het Paasfeest: het lijden, sterven én de opstanding.

De kinderen van groep zes wisten het eenvoudiger te zeggen: ‘Jezus is opgestaan uit het graf en leeft nu bij God. Echt waar!’

Marga klein Overmeen.