Ommen

Pinksteren

Pinksteren

Wel gloeide reeds een vonk, doch kommer hield den Geest in banden´

Op de veertigste dag na Pasen is het Hemelvaart en tien dagen later vieren we Pinksteren, het feest van de uitstorting van de heilige Geest over de leerlingen van Jezus. Handelingen vertelt dat de leerlingen allen op één plaats bijeen waren. Tien dagen ´lockdown´ zou je kunnen zeggen. Maar dan kwam er plotseling uit de hemel het geraas van een hevige wind die heel de ruimte vult waar zij vergaderd zijn: ´Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreiden en zich op ieder van het neerzetten. Zij raakten allen vol van de heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen zoals de Geest hun ingaf.´ (Handelingen 2, 1-4)

In de kunst zie je die ´vurige tongen´ wel afgebeeld als vlammetjes boven de hoofden van Maria en de leerlingen. Ook de duif is bekend als symbool van de heilige Geest. Denk aan de doop van Jezus waar Gods Geest in de gedaante van een duif op Hem neerdaalt.

Het feest van Pinksteren heeft zijn oorsprong in het joodse Wekenfeest, van oudsher een oogstfeest waarop de gave van de Thora aan Mozes en het volk op de Sinaï wordt herdacht. De eerste christenen waren Joden, dus ook zij vierden het Wekenfeest. Maar anders dan anders. Normaal was het tijdens het Wekenfeest in Jeruzalem een drukte van belang. Joden van stad en land trokken naar de tempel voor dit uitbundige feest. En niet alleen Joden, maar een internationaal publiek bevolkte te straten en de pleinen. De leerlingen van Jezus waren in ´lockdown´, waarschijnlijk allen bijeen op die bovenkamer waar ze met Jezus ook Zijn laatste maaltijd hadden gevierd: wachtend en biddend… Want ze zitten met een prangende vraag: hoe nu verder? Want Jezus was opgevaren ten hemel en zijn leerlingen voelden zich als wezen, gevangen tussen de tijden: Jezus was gegaan en de Geest nog niet gekomen – daarom wordt de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren ook wel ´wezen-zondag´ genoemd. ´Wel gloeide reeds een vonk, doch kommer hield den Geest in banden´: alsof er met Hemelvaart een tweede Goede Vrijdag was aangebroken, wachten zij samen op de komst van de Geest in dat bovenzaaltje in Jeruzalem. En dan begint door het wachten de temperatuur langzaam op te lopen, de stress neemt toe, het zaaltje wordt als een hogedrukpan, een snelkookpan. En dan tien dagen later is het godzijdank zover: ´de ´uitstorting van de heilige Geest´. Wat kunnen we ons daarbij voorstellen?

´Uitstorting´ roept een gebeurtenis op die je overkomt. Alsof je onverwacht in een stevige stortbui terecht bent gekomen. Als de leerlingen bevangen raken door Gods Geest, dan breken de vliezen als bij de geboorte, de deuren en ramen slaan open, de wind waait hen om de oren. Dan is de ´lockdown´ gebroken: ze zwermen uit naar buiten, door de straten en over de pleinen. Al dat vreemde volk dat daar vertoeft, al die mensen met hun vreemde talen – als na de ineenstorting van de toren van Babel: die eindeloze spraakverwarring… al die mensen die elkaar wel horen, maar elkaar niet verstaan, die langs elkaar heen praten. Als die mensen dat losgeslagen ´kuddeke´ van Jezus zien – met hun vurige tongen – dan denken ze dat ze bezopen zijn. Zo enthousiast en loslippig zijn ze, het lijkt wel carnaval! Ze lijken verzeild geraakt op het verkeerde feestje. Maar het meest merkwaardige is wel dat iedereen hen hoort spreken als in de eigen moedertaal. Weg spraakverwarring.

Wat is de taal die ieder mens verstaat? Welke bijzondere taal spraken die leerlingen die mensen samenbrengt en samenhoudt? Welke taal stelt mensen vrij? Welke taal respecteert de ander om wie hij of zij IS en niet om wie hij of zij had moeten zijn? Welke taal is de taal van de Geest van God die Liefde IS? Welke taal is anders dan alle andere talen, welke taal anders dan de taal van de liefde? De liefde is als het vuur van de hartstocht. De liefde brengt de blijde boodschap van een nieuwe wereld en komt als een duif met een olijftak in de bek. Ja, van liefde kan een mens ´dronken´ zijn. In liefde verstaan mensen elkaar, ook en zelfs als ze elkaar niet begrijpen. Liefde is als regen in de woestijn, als een stortbui in de droogte en als ochtenddauw die de velden drenkt. Liefde is de bron van leven en liefde roept om verlossing en gerechtigheid. Wel gloeide reeds een vonk, maar kommer heeft de Geest niet meer kunnen binden. De Geest is met Pinksteren uit de band gesprongen. Zoals de natuur in de lente uit de band springt en het nieuwe leven aankondigt. Zet de ramen en deuren dan maar open en waag jezelf op de straten en de pleinen. Want de ´lockdown´ lijkt voorbij en laten we hopen dat het zo blijven zal. Vier voluit de liefde met Pinksteren, maar vergeet die 1.5 meter niet, want het leven is nog broos.

Pastor Joop Butti

Mei 2020