Dinsdagmorgen, bijna tien uur, koffietijd. Ik loop binnen bij één van de secretariaten in onze parochie
en plof neer op een stoel terwijl ik mijn telefoon pak; nog snel even iemand bellen.
De vrijwilligster op dat secretariaat vult de waterkoker, terwijl ze tegen me zegt: ‘ik wacht wel even
met het aanzetten van de waterkoker. Hij maakt zo`n lawaai. ‘
Mijn eerste reactie naar haar: ‘zorg dan dat er een nieuwe komt.’
Meteen hoor ik zelf wat ik zeg: een nieuwe waterkoker. Doe de oude maar weg.
Een beetje schaam ik me wel voor dat antwoord; het was eruit eer ik `t wist.
Hoezo een nieuwe?
Overal wordt aandacht geschonken aan de grote verspilling, die tegenwoordig gaande is.
Zeker met witgoed en elektrische apparaten: als `t niet meer naar behoren werkt, doen we het weg.
Reparatie, zo denken we dan, kost te veel geld.
Op verschillende plekken worden zogenaamde repair-cafe`s opgericht. Een ruimte, waar veelal
vrijwilligers allerhande (elektrische) apparaten repareren van mensen.
En dat is een goed streven, lijkt me.
Soms mankeert er bijna niets aan, maar toch zetten we onze stofzuiger eerder bij het grof vuil dan
dat we een poging doen tot reparatie.
Doen we onze waterkoker eerder weg dan wellicht nodig is.
Wat later die dag sta ik in de supermarkt.
In een grote bak liggen een heleboel afgeprijsde producten. Brood, vis, vlees.
Vandaag mag `t nog verkocht worden, morgen gaat t weg. Wat daarvan geschikt is, wordt verwerkt
tot veevoer. De rest wordt vernietigd.
In een andere bak liggen de zogenaamde kneusjes: paprika`s en andere groentes die niet helemaal
perfect van vorm zijn.
Een derde bak puilt uit met blikjes boontjes waar een deuk in zit of waarvan het etiket gescheurd en
daarom minder goed leesbaar is.
Waarom liggen al deze bakken zo vol?
We willen geen producten die bijna op datum zijn. We willen liever geen producten die niet perfect
zijn van vorm of kleur. Of die wat gebutst zijn.
Daarbij zijn we nog steeds geneigd om te veel te kopen. Altijd handig, om wat voorraad in huis te
hebben. Met een volle koelkast grijp je niet snel mis mocht je in tijdnood komen.
En een paar dagen later doen we het alsnog weer weg, omdat de houdbaarheidsdatum verstreken is.
Ook hier lijkt verspilling het toverwoord.
Zuinigheid met vlijt is uit de tijd.
Ik hoop dat de voedselbank blij zal zijn met die gebutste blikjes bonen.
Op verschillende plekken hebben we uitbundig carnaval gevierd.
Hoe vaak hebben we ‘alaaf’ geroepen? De carnavalsgroet bij uitstek.
Eén van de betekenissen van het woord ‘alaaf’ blijkt uit het Duits te komen: van het all-ab. Dat zoveel
betekent als: alles aan de kant. Alle spijs en drank moet op voordat de vastentijd begint.
De veertigdagentijd is de tijd van versobering, van het vasten, van de ingetogenheid.
Wellicht een goed moment om nog eens bij onszelf na te gaan wat wij, misschien nog iets meer dan
anders, kunnen doen tegen verspilling.
Voor mij persoonlijk betekent dat: alleen datgene kopen wat ik écht nodig heb. En met mijn
strijkijzer, die de laatste tijd niet meer echt heel warm wil worden, toch maar eens naar zo`n repair-
café te gaan.
Zuinigheid met vlijt.
Wat betekent het voor U?
Pastor Marga klein Overmeen