Ommen

God en mens concurreren niet

 

 

De discussie over vaccinatie wel-of-niet woedt ook in de kerken en wel met soms verrassende standpunten en radicale opvattingen.

De staphorster orthodoxie blijkt inzake preventie springlevend: men vertrouwt op God OF men vertrouwt op een vaccin, ofwel men vertrouwt op geloof OF op de wetenschap. Men kan immers niet twee heren dienen!

Het staphorster bezwaar tegen vaccinatie is dat mensen eigenmachtig ingrijpen in de feitelijk natuurlijke gang van zaken – welke echter stilzwijgend als ´goddelijke voorzienigheid´ wordt geduid. Hiermee staat vaccinatie Gods plan en de goddelijke uitvoering daarvan, in de weg. De Heer gééft, de Heer néémt… Vandaar dat (preventieve) vaccinatie moet worden afgewezen. In geval iemand echter ziek wordt, blijkt de zorgplicht echter toch sterker dan de vaccinale onthouding.

Deze staphorster orthodoxie is een versie van een aloude opvatting die zich vaker voordoet in ´orthodoxe´ religieuze bewegingen en geloofsgemeenschappen. Ook beperkt deze opvatting zich niet tot het christendom. 2 Deze opvatting berust op wat ik een concurrentie-model zou willen noemen: preventie en genezing komen OFWEL ´van boven´ (Gods voorzienigheid) – OFWEL ´van beneden´ (het menselijk vaccin of geneesmiddel). Wie het heil van God verwacht, kiest ervoor zich niet te laten vaccineren – wie het heil van de wetenschap verwacht, kiest voor vaccinatie. Maar er moet wel worden gekozen! Men kan zich immers niet tegelijk wel én niet laten vaccineren.

Tegen dit concurrentiemodel valt wel het één en ander in te brengen. Hoewel de profeet Jeremia benadrukt dat het beter is om op de Heer te vertrouwen dan (slechts) op mensen 3, behoort dit toch niet tot de hoofdstroom van de Bijbelse traditie. Deze hoofdstroom berust eerder op een coöperatief-model, waarvan het Verbond tussen God en Zijn Volk de eerste grote uitdrukking is. Het Verbond is een religieus contract – vergelijkbaar met een huwelijk – met wederzijdse rechten en plichten van beide partijen. Maar al vóór de sluiting van het Verbond 4, bleek al bij het gebeuren van de bevrijding bij de Rode Zee dat de relatie tussen God en Zijn Volk een interactief gebeuren is, kortom: wat Israël doet (ten goede of ten kwade), doet ertoe!

Een rabbijnse uitleg (midrash) wil deze coöperatie van God en Zijn Volk bij de Rode Zee illustreren. Volgens deze verhalende uitleg kwamen Mozes en het Volk bij de Rode Zee tot staan: vóór hen lag de onbegaanbare watermassa – achter hen waren de Egyptische soldaten in achtervolging. Wat te doen? De midrash vertelt dat God aan Mozes het bevel gaf om voort te gaan. Gezien de benarde en uitzichtloze situatie een onmogelijk uitvoerbaar bevel. Wie zal de eerste stap wagen in de verzwelgende golven? Misschien is het wel met een teen begonnen, maar uiteindelijk waagde ene Nachshon 5 het om in de golven van de Rode Zee te springen. Toen het water hem letterlijk aan de lippen stond, sprak God opnieuw tot Mozes en vroeg verbaasd: ´Mijn geliefden verdrinken in de woedende zee en jij staat daar maar te bidden? ´ ´Wat moet ik doen? ´ vroeg Mozes. En God antwoordde: ´Steek je staf uit en spreid je hand uit over de zee die uiteen zal splijten en Israël zal in de zee op droog land komen´ 6. En zo gebeurde het. Het initiatief ´van beneden´ door Nachshon werd door God beantwoord met een antwoordend initiatief ´van boven´. Nachshon werd natuurlijk geprezen en beloond op zijn moed. Toen de wateren zich openden, kwam de weg vrij van de bevrijding bij de Rode Zee. Maar – zo verhaalt de midrash – ´als de joden toen niet waren gaan lopen, hadden ze nu nog in Egypte gezeten! ´ Wat Israël doet of nalaat, doet ertoe!

 

 

´Mijn geliefden verdrinken in de woedende zee en jij staat daar maar te bidden? ´

´Wat moet ik doen? ´ vroeg Mozes.

De conclusie is dat de redding van Israël bij de Rode Zee niet enkel een zaak was van God alleen met Israël als een willoos lijdend voorwerp, zoals wel wordt gedacht. Het initiatief ligt hier zelfs ´beneden´ en als God de wateren opent (in antwoord op dit initiatief!), hangt het nog steeds van Mozes en het Volk af of er een gebeuren van bevrijding zal worden gerealiseerd.

Een soortgelijke samenhang van goddelijke- en menselijke coöperatie kunnen we ook terugvinden in het Nieuwe Testament en wel in de kern van Jezus´ boodschap. Het dubbele hoofdgebod van de liefde gebiedt God lief te hebben en je naaste lief te hebben als jezelf 7. Het gaat hier juist niet om: OFWEL God lief te hebben – OFWEL je naaste lief te hebben, want beide geboden zijn immers één! Er is geen concurrentie tussen de liefde tot God en de liefde tot een medemens: het gaat om één en dezelfde liefde in een andere hoedanigheid. Het dubbele hoofdgebod drukt interactie uit, zelfs coöperatie. De liefde tot God wordt wel onderscheiden, maar niet gescheiden van de liefde tot de medemens: God blijft God en de naaste blijft de naaste. Maar God liefhebben, roept de liefde tot de naaste op en (omgekeerd) de naaste liefhebben, ontsluit de liefde tot God. Het is bidden én werken, de dominee én de arts, het gebed én het vaccin, bóven én benéden, coöperatie met een impuls á la Nachshon, een impuls ´van beneden´ als het even kan.

Het Koninkrijk van God is tegelijk een gave van God en een opgave voor mensen. Als héél Israël één Shabbat voortreffelijk zou houden, dan zou het Rijk Gods onmiddellijk aanbreken, zo luidt een joods gezegde. Het punt is hier niet of het voortreffelijk houden van Shabbat tot de reële menselijke mogelijkheden hoort 8. Het punt is dat er een relatie wordt gelegd tussen de komst van het Koninkrijk en het actuele menselijke handelen. Coöperatie nodigt uit tot actieve handeling (´eraan doen wat je kunt´) – concurrentie nodigt uit tot passieve afwachting (´wachten en bidden´). En als de passieve afwachting dan toch uiteindelijk breekt, slaat geloof vaak om in een seculier activisme zonder God: de makkelijke weg om God vervolgens te verwijten wat wij zelf hebben nagelaten.

Vaccins werken, zoveel is wel aangetoond. Wellicht kunnen we ze beschouwen als een initiatief ´van beneden´ dat vraagt om een antwoordend initiatief ´van boven´. Als God de wateren naar preventie en genezing opent, dan ´moeten we wel gaan lopen´, anders blijven we waar we zijn. Vertrouw zowel op de arts als op de dominee, maar wantrouw beiden ook altijd een beetje – mensen zijn God immers niet.

 

Noten

1. ´God en mens concurreren niet´ door J. Van Kilsdonk in het dagblad Trouw op 13 april 1996

2. Bekend is deze ´orthodoxe´ opvatting ook van joodse religieuze groeperingen die fel gekant zijn tegen het bestaan van de Staat Israël. Het argument hierbij is dat het joodse volk niet heeft gewacht op de Messias die – aan het einde der tijden – de soevereiniteit van Israël zou herstellen, maar dat de Zionisten deze soevereiniteit in 1947 eigenmachtig hebben gerealiseerd bij het uitroepen van de Staat Israël.

3. Jeremia 17, 5-8

4. Jozua 24, 14-28

5. Nachshon: zie ook https://en.m.wikipedia.org/wiki/Nachshon

6. Exodus 14, 15

7. Mattheüs 22, 34-40

8. De sprong van Nachshon in de woedende golven van de Rode Zee viel ook buiten de ´menselijke mogelijkheden´ en lijkt eerder een wanhoopsdaad ´op hoop van zegen´  

 

Jopp Butti