Ommen

Allen broeders en zusters

 

 

Zoals U ongetwijfeld hebt gehoord, heeft onze paus Franciscus onlangs een moedige reis ondernomen naar Irak. De reden van zijn tocht is, dat in dit land de bakermat ligt van ons christelijk geloof, maar ook van andere religies, namelijk jodendom en de islam. Ooit is Abraham, die door alle drie deze religies wordt beschouwd als grondlegger van hun geloof, vanuit Ur, een oude stad in het huidige Irak, op pad gegaan, een hem onbekende toekomst tegemoet.

 

De reis van onze paus was niet zonder risico’s, vanwege het coronavirus, wat ook daar woekert, en vanwege de gespannen situatie in deze regio. Maar toch mogen we zeggen, dat de reis van onze paus volkomen geslaagd is en volledig aan haar doel heeft beantwoord. Franciscus kwam als ‘pelgrim van vrede’. Uiteraard wilde hij de christelijke gemeenschappen in Irak, die het in al het strijdgewoel zwaar te verduren hebben gehad, een hart onder de riem steken. Maar ook wilde hij als ‘verbinder’ de verschillende religies en andere groepen, die met elkaar in de clinch liggen, hoop op verzoening bieden. Dit vanuit de gedachte, dat we als mensen van goede wil, toch allemaal uit zijn op vrede.

 

Deze inspiratie heeft onze paus onlangs nog uitgewerkt in een baanbrekend document, dat heet: “Fratelli tutti”, ‘allen broeders en zusters’. Hierin pleit hij voor het wereldwijd zoeken naar gemeenschappelijke noemers, dit ook om de toekomst van komende generaties, veilig te stellen. Het gaat om thema’s als beëindiging van alle vormen van geweld, een einde aan verspilling en vervuiling van ons milieu, en ook het doorbreken van de veel te oude kloof tussen arm en rijk.

 

Dat onze paus hiervoor de aandacht vraagt, lijkt me broodnodig. Want, zoals ik onlangs nog zag in een voorlichtingscampagne van het Wereld Natuur Fonds (WNF): onze generatie is de eerste die weet heeft van klimaatrisico’s, maar is ook de laatste die nog iets kan doen om de teloorgang van Gods goede schepping te voorkomen.

Dat op deze manier ‘onze generatie’ op deze en andere brandende kwesties wordt aangesproken, brengt de zaak natuurlijk dicht bij onze eigen leefwereld. Het is vijf voor twaalf, maar het is nog niet te laat. Aan ons adres klinkt er een ernstige waarschuwing, maar er ligt ook een ‘schone uitdaging.’

 

Naar mijn mening mogen wij ons ook hier, in ons werkgebied, aangesproken voelen. Ook bij ons in Salland en het Vechtdal, gaat het, zeker in deze ingewikkelde tijd, om het zoeken naar verbinding. Want alleen samen komen we door deze huidige crisis.

Als voorbeeld noem ik U de situatie van onze jongeren. Hoe kunnen we hen een perspectief blijven bieden op toekomst ? Nu, in deze coronatijd, staan, door (noodzakelijke) beperkingen, hun opleidingsmogelijkheden, maar ook hun sociale contacten, onder immens zware druk. Maar dit is niet het enige gevaar, dat voor hen op de loer ligt. Want door de erfenis van onze welvaartsmaatschappij, staan ook natuur en milieu op het spel. Juist onder deze leeftijdsgroep lijkt moedeloosheid steeds grotere vormen aan te nemen. En dit lijkt me geen goede ontwikkeling ! Het is mijn vaste overtuiging, dat we hieraan alleen iets kunnen doen, door, ook als kerk, over onze eigen grenzen heen te kijken en – in samenwerking met andere kerken, maatschappelijke groeperingen en overheidsinstanties – als ‘broeders en zusters’ de handen ineen te slaan, en te kijken, hoe we onze kinderen en kleinkinderen, een ‘stip aan de horizon’ kunnen bieden.

 

De noodzaak van deze gezamenlijke aanpak geldt volgens mij op veel meer gebieden. Ook als het gaat om hoe we bijvoorbeeld onze lokale kerken kunnen behouden als plek van samenkomst en ontmoeting voor de plaatselijke gemeenschap, zullen we mijns inziens, ter plekke de handen ineen moeten slaan.

Van harte hoop ik, dat ook de komende verkiezingen een aanzet mogen bieden om verder te kijken dan alleen het eigen belang, en samen de schouders te zetten onder onze gemeenschappelijke toekomst.

We weten nog niet wat die toekomst ons brengen gaat, maar in de geest van ‘fratelli tutti’ ( ‘allen broeders en zusters’) mogen we deze – in het voetspoor van onze aartsvader Abraham – hoopvol tegemoet gaan.

 

Pastoor André Monninkhof