Noem mij geen vreemdeling:
mijn woorden klinken vreemd,
maar mijn gevoelens zijn dezelfde als die van jou.
Noem mij geen vreemdeling:
ik wil mensen dicht bij me,
omdat het zo koud is en kil diep in mijn hart.
Noem mij geen vreemdeling:
de grond waarop wij lopen is dezelfde,
maar niet het ‘beloofde land’ dat ik had verwacht.
Noem mij geen vreemdeling:
grenzen zijn mensenwerk,
scheidingsmuren bouwen wij zelf en isoleren ook jou.
Noem mij geen vreemdeling:
ik zoek zoals jij vrede en recht in naam van God,
zo is er maar één….
Bron: Uit de Filipijnen
Het is al even weer geleden dat ik in mijn vorige woonplaats in Duiven in gesprek ben gekomen met een jonge vrouw. Ze gaf in het gesprek aan dat ze na enkele jaren via verschillende asielzoekerscentra een woning konden betrekken in Duiven. In het gesprek vertelde ze mij over haar reis met haar echtgenoot en haar kinderen naar Nederland. Zo kwam ik drie jaar geleden ook in gesprek met een jongere die met ons mee wandelde met de Vastenwandeling. En ook hij vertelde het verhaal van zijn uittocht. En wat mij zo heeft geraakt in beide indringende gesprekken was hun ‘vluchtverhaal’. Een ‘vluchtverhaal’ waar ik mij niets bij kon voorstellen omdat het mijn verstand te boven ging.
Je zou beide verhalen kunnen weerspiegelen als de Uittocht van het Joodse volk uit Egypte op weg naar het beloofde land. Het volk wordt door een wrede koning onderdrukt en besluit te vluchten naar het beloofde land. Na een gevaarlijke tocht wacht hen buiten de grenzen van Egypte de onherbergzame woestijn.
Ook nu nog verlaten mensen hun land van herkomst omwille van geweld en onderdrukking, en hopen zij in Europa een plek te krijgen in ‘het beloofde land’. Maar buiten de eigen landsgrenzen staat hen niet altijd een betere toekomst te wachten.
Er zijn meer mensen dan ooit op de vlucht voor honger en geweld. Enerzijds zijn er de beelden van vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten die verdrinken in de Middellandse Zee. Of te denken aan de grote kwestie van minderjarige alleenreizende vluchtelingenkinderen in Griekenland. En laten we onze medemensen niet vergeten uit Oekraïne. Anderzijds is er de opkomst van populistische partijen in vrijwel alle westerse landen die roepen dat het afgelopen moet zijn met de immigratie. Er is overduidelijk sprake van botsende belangen.
Paus Franciscus sprak op 8 Juli 2014 op Lamperdusa de volgende woorden uit: “Niemand voelt zich verantwoordelijk voor deze situatie; we hebben het besef van broederlijke verantwoordelijkheid verloren. We leven in een cultuur waarin mensen vooral op zoek zijn naar het eigen welzijn; een cultuur die ons ongevoelig maakt voor de roep van anderen, die ons doet leven in een zeepbel die weliswaar mooi lijkt, maar die niets voorstelt; het leidt tot een globalisering van de onverschilligheid. We zijn gewend geraakt aan het lijden van anderen. Het raakt ons niet, het is onze zaak niet”.
Een vraag aan ons allen zou kunnen zijn: ‘Hebben we wel genoeg oog voor het perspectief van de ander’? In mijn bovenstaande tekst, is geschreven: ‘Noem mij geen vreemdeling: de grond waarop wij lopen is dezelfde. Noem mij geen vreemdeling: ik zoek zoals jij vrede en recht in naam van God”.
Als Christenen mogen, of beter gezegd, moeten wij ons blijven inzetten voor onze medemensen op de vlucht. Medemensen die zoekende zijn naar vrede, naar toekomst, en in het bijzonder naar een veilige plek om te mogen zijn wie ze zijn.
Wat kunnen wij doen vanuit onze christelijke identiteit? Wees kritisch en praat mild over vluchtelingen. Vergroot het draagvlak. Als je vluchtelingen kent, wees dan hartelijk voor hen. Groet hen op straat. Wees uitnodigend.
En: ‘Ieder van ons verwacht Christus te ontmoeten in de hemel maar heb aandacht voor Christus die op straat voor uw deur ligt; heb aandacht voor Christus die honger heeft en kou lijdt, die in nood verkeert en vreemdeling is’. (Augustinus, preek 25, 8,8)
We gaan een nieuw jaar tegemoet. Populisme in onze samenleving is helaas volop aanwezig. Maar het is aan ons, om onze christelijke identiteit, onze doopbelofte waar te maken, ook in dit nieuwe jaar.
Dat we uitnodigende mensen mogen blijven, dat wens ik ons van harte toe in dit nieuwe jaar.
Een Zalig nieuwjaar, ook namens mijn collega’s,
Ria Doornbusch pastor