Groet van de aartsbisschop bij het begin van het Paastriduüm

Utrecht, Witte Donderdag – 9 april 2020

Broeders en zusters in Christus Jezus onze Heer,

We leven in een onzekere tijd, het coronavirus heeft om zich heen gegrepen en voor veel verdriet, onrust en angst gezorgd. De door de overheid getroffen maatregelen hebben diep ingegrepen in ons leven, ook veel kerkelijke vieringen kunnen niet door u worden bijgewoond, al blijven we natuurlijk wel bidden voor alle getroffenen en God vragen dat het virus zal verdwijnen. Nu kunnen helaas ook de vieringen van de Goede Week en Pasen geen publieke vieringen zijn. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.

De Goede Week begint normaal gesproken met de wijding van de palmtakken op Palmzondag en op Witte Donderdag gedenken en vieren we de instelling door Jezus van het sacrament van de Eucharistie. En direct daaraan verbonden ook dat van het priesterschap, want de viering van de Eucharistie is onmogelijk zonder een priester, die Jezus door zijn wijding in persoon vertegenwoordigt. Daarom vernieuwen de priesters normaliter in de Chrismamis ook de beloften die zij bij hun priesterwijding hebben afgelegd (vanwege het coronavirus zal de Chrismamis dit jaar op een later, nog te bepalen tijdstip plaatsvinden).

Omdat Jezus op Witte Donderdag het sacrament van de Eucharistie heeft ingesteld en het lopende kerkelijk jaar voor het Aartsbisdom Utrecht het Jaar van de Eucharistie is, wil ik in deze groet, die gedateerd is op Witte Donderdag, graag met u stilstaan bij de Eucharistie.

Jezus noemt zichzelf in zijn uitvoerige rede in het zesde hoofdstuk van het Evangelie volgens Johannes het “brood dat uit de hemel is neergedaald” (Joh. 6,41.51). Dit gebeurt als Jezus, de Zoon van God, mens wordt. Maar het gebeurt ook als in de viering van de Eucharistie de hemel zich opent en de aarde raakt. Op de woorden die de priester in de persoon van Christus spreekt: “Dit is mijn Lichaam … Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed …” (1 Kor 11,24-25), veranderen brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Christus en komt Hij onder de gedaanten van brood en wijn in ons midden.

Nadat Jezus in de synagoge van Kafarnaüm heeft gezegd dat wie zijn vlees niet eet en zijn bloed niet drinkt, geen eeuwig leven heeft (Joh. 6,53), reageren de toehoorders met ongeloof; de wonderbare broodvermenigvuldiging had ze aangesproken. Dit soort wonderen willen ze wel. Maar op de Eucharistie, waar Jezus op doelt, zitten ze niet te wachten: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?” (Joh. 6,60).

In onze tijd zitten veel mensen ook niet op de Eucharistie te wachten. De meerderheid is er niet (meer) mee vertrouwd. Het is voor de mensen die echt in de Eucharistie geloven veelal een pijnlijke ervaring dat hun familieleden, buren, bekenden en bijna iedereen in hun straat of wijk op dat kostbare moment verstek laten gaan.

Het kan daarbij voor ons een troost en bemoediging zijn te beseffen dat we de Eucharistie niet alleen voor onszelf vieren. Ook als de priester zijn dagelijkse Mis alleen viert, draagt die vrucht voor de hele gemeenschap. Paus Paulus VI zei hierover in zijn encycliek Mysterium fidei. Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie uit 1965: “… elke Mis die wordt gevierd, wordt niet alleen opgedragen voor het heil van enkelen, maar tevens voor het heil van heel de wereld. Hieruit volgt dat, ook al is het het beste dat aan de Mis een groot aantal gelovigen deelneemt, echter … de Mis die privé wordt gevierd … door een priester … valt goed te keuren omdat uit zo’n Mis een overvloed van bijzondere genadegaven voortkomt, ten voordele van de priester zelf, van het gelovige volk, veeleer van de hele wereld …” (nr. 33). De Mis, gevierd door de priester alleen of met een kleine groep gelovigen, draagt ook vrucht voor het heil van mensen die niet komen. Daarom beveelt Paulus VI de priester ook aan de Eucharistie dagelijks te vieren, ook al is hij daarbij alleen (nr. 34).

Voor mensen die in de Eucharistie geloven en van dit sacrament houden, is het helemaal pijnlijk dat zij zelf als gevolg van de coronaviruspandemie de Eucharistie niet kunnen bijwonen. Als de priester alleen de Mis opdraagt en daardoor de hemel opengaat, draagt dat ook voor hen grote geestelijke vruchten, zoals het dat ook kan doen voor hen die nooit iets aan hun geloof doen.

Gelukkig bestaat de mogelijkheid om een Eucharistieviering te volgen op Radio Maria, via de KRO-NCRV op de televisie of (in een aantal parochies) vanuit de eigen parochiekerk via een internetverbinding. Ook zendt het Ariënsinstituut, de priesteropleiding van het Aartsbisdom Utrecht, de dagelijkse Eucharistievieringen live uit – onder andere via de website van het Aartsbisdom Utrecht.

Tijdens de uitzending van de Eucharistieviering kunnen we ons laten voeden door het Woord uit de Heilige Schift – dat is Gods Woord – dat wordt gelezen en in de preek wordt toegelicht, en een geestelijke communie doen: het diepe verlangen naar de gemeenschap met Christus in de Eucharistie is ook een grote bron van genade en kracht om Jezus te kunnen navolgen. Enkele gebeden voor de geestelijke communie kunt u vinden op de website van het Aartsbisdom Utrecht.

Het coronavirus lijkt op het oog het Jaar van de Eucharistie van het Aartsbisdom Utrecht lelijk te doorkruisen. Maar de Eucharistie geeft ons de kracht die wij nodig hebben, ook als wij er niet lijfelijk bij aanwezig kunnen zijn. Want voor God is niets onmogelijk (Luc. 1,37).

Ik wens u een Zalig Pasen en hoop en bid dat de coronaviruspandemie spoedig voorbij zal zijn en dat we weer in onze kerken kunnen samenkomen om de Eucharistie te vieren en daarin onze Heer Jezus in de H. Communie kunnen ontvangen en aanbidden.

+ Willem Jacobus kardinaal Eijk,
aartsbisschop van Utrecht

Download hier de brief van de kardinaal

Facebook
Twitter
LinkedIn