Geestelijke Communie

Veel katholieken (vrouwen en mannen) missen het, ja lijden er zelfs onder, dat zij op grond van de huidige noodzakelijke beperkingen het sacrament van de communie niet kunnen ontvangen.

In een dergelijke situatie raakten en raken altijd weer mensen, ook onder verschillende andere omstandigheden. Ziekte, kwetsbaarheid in ouderdom, en andere noodsituaties kunnen redenen zijn – of eenvoudigweg een te verre afstand tot de dichtstbij zijnde plek, waar de eucharistie gevierd wordt. Toen ik als kind de godsdienstlessen bezocht, vertelde een godsdienstleraar daarover. Hij had vele jaren als missionaris in Afrika (Ivoorkust) gewerkt. Kerkleden moesten daar vaak te verre afstanden te voet afleggen, om aan een zondagse Misviering te kunnen deelnemen. In dit verband sprak hij vaak over geestelijke communie. Of wij toen zo goed begrepen, wat onze pater Eduard daarmee bedoelde ? Tijdens mijn theologische en spirituele vorming werd daar nauwelijks aandacht aan besteed. Het probleem bestond voor ons toen ook niet.

Een oude vorm van gebed

Nu echter ziet het er heel anders uit. Het thema van de geestelijke communie is weer eens actueel geworden. Mensen van de oudere generatie spreken mij af en toe hierop aan: “dan communiceer ik maar geestelijk.” Daarmee doelen zij op een oude vorm van gebed. Het gaat daarbij om een geestelijk-innige verbinding met Jezus Christus – vergelijkbaar met de intensiteit van de communie door de ontvangst van de heilige hostie; vergelijkbaar met de verinnerlijking, de vereniging met de voor ons tegenwoordige, en ons ontmoetende Jezus Christus in het heilig Maal. Voor een van het geloof in de werkelijke kracht van de sacramenten doordrongen mens, is geen intensievere verbinding, vergemeenschappelijking (communie = gemeenschap) denkbaar dan bij de heilige communie. En dat gebeurt bovendien op de meest betekenisvolle manier. Want voeding wordt altijd deel van mijzelf. Dit geldt ook voor geestelijke voeding.

Ja, zoals gezegd, de geestelijke communie is een oude gebedsvorm, uit lang vervlogen tijden. De communie wordt hierbij niet gegeten, maar de gelovigen brengen hierin hun verlangen tot uitdrukking, vergelijkbaar met het verlangen van een geliefde naar een geliefde en omgekeerd. Men is van elkaar gescheiden en toch innerlijk, ja geestelijk nauw, ja levendig en werkelijk verbonden. Niemand in zo’n situatie zou deze ervaring als persoonlijk echt ondervonden werkelijkheid, in twijfel willen trekken. Zo’n ervaring (beleving) bezielt ook mensen met een levendig geloof met betrekking tot het centrum van hun leven – op het diepste geheim, op God. In verband met deze tussenmenselijke ervaring spreekt de liefdeslyriek in het oudtestamentische boek “Hooglied”, bijvoorbeeld wanneer we horen: “Zeg mij toch, mijn zielsbeminde, waar laat u uw kudden grazen, waar rusten uw schapen in de middag … (Hooglied 1,7) Des nachts op mijn bed zoek ik mijn zielsbeminde, maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet. Ik sta op, doorkruis de stad, zoek op pleinen en in straten naar mijn zielsbeminde, maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet (Hooglied 3, 1-2)”. Over een vergelijkbaar verlangen, maar nu naar God, spreekt de dichter van psalm 63: “God, mijn God, naar U blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U; al wat ik ben, smacht naar U, in een troosteloos dor land zonder water.” (Psalm 63, 1-2).

Historische ontwikkeling

Nadat de grote theoloog van de Middeleeuwen, Thomas van Aquino (1225-1274), theologie en spiritualiteit van de geestelijke communie ontwikkeld heeft voor een tijd, waarin de ontvangst van de heilige communie ondanks het bezoek aan een viering, eerder een zeldzaamheid was, veranderde dit met paus Pius X (1835-1914). Hij bevorderde het veel vaker ontvangen van de communie door de gelovigen. Hij bracht ook de leeftijd voor het waardig kunnen ontvangen van de communie aanzienlijk naar beneden, en wel naar die leeftijd “zo gauw zij in staat zijn, de heilige communie van gewoon eten te onderscheiden.”. Hierdoor opende hij de toegang tot dit sacrament ook voor kinderen van een bepaalde leeftijd.

Op zijn laatst met het Tweede Vaticaans Concilie en de hieruit voortkomende liturgische hervorming, brak het beeld door, dat de gelovigen bij het bezoek van de Mis ook ter communie zouden moeten gaan. Van een eerder zeldzame gebeurtenis werd dit hierdoor een gangbare praktijk – met als gevolg, dat sommigen uit gewoonte, min of meer automatisch, naar de ontvangst van de heilige communie schreden. Hierdoor verloor de geestelijke communie meer en meer aan betekenis. Zij was in gebieden met een grote ‘dichtheid’ aan parochies en de hieruit voortkomende mogelijkheden, om ook de eucharistie mee te vieren, ook niet meer zo nodig. De mogelijkheid, om ook in vieringen van het Woord van God, de communie te ontvangen, werkte dit nog verder in de hand.

Wees zuinig op de geestelijke communie

In deze tijd van corona pandemie, vieren veel mensen zondagsvieringen en ook doordeweekse vieringen voor de televisie of althans via internet. Ik zeg bewust “vieren”. Want op grond van talrijke reacties weet ik, dat zeer velen van hen zich hierbij geen toeschouwer voelen – maar als meevierende. Zij zijn innerlijk, ze zijn geestelijk bij aanwezig – of het nu is met de Aartsbisschop van Wenen, met de Bisschop van St. Gallen of met de pastoor van ‘het maakt niet uit, welke plaats’.

Aan hen allen zou ik willen aanbevelen, om hierbij de geestelijke communie te onderhouden (verzorgen, zuinig zijn op, koesteren) – het bewuste verlangen naar innerlijke verbinding met Christus, de Opgestane, de Levende. Jezus Christus is tegenwoordig in iedere liturgie. Hij zegt zelf: “Waar twee of drie in mijn naam verzameld zijn, daar ben Ik midden onder hen.” (Matteus 18, 20). Hij is aanwezig, aanwezig in het hart, in het leven van degenen, die zich tot Hem richten – ook bij het bewust meevieren van de liturgie voor de televisie. Een jonge pater capucijn uit München heeft in een interview over dit thema gezegd: “Wie met verlangen voor God treedt, aan hem zal Hij op de één of andere manier Zijn nabijheid schenken.”

Door de huidige situatie, beleeft de geestelijke communie voor veel mensen en door veel mensen zoiets als een renaissance (wedergeboorte). En, wat we ook zouden mogen toejuichen, ze draagt misschien ook daaraan bij, de ontvangst van het eucharistisch brood, de heilige communie, niet als iets vanzelfsprekends, maar als iets zeer kostbaars te erkennen.

Stadspastoor Josef Stübi

Bron: https:/www.pastoralraum-aargauer-limmattal.ch/baden/aktuell/informationen/geistige-kommunion

(Zwitserland)