24 maart 2020
Het jaar 1980 was bijzonder bloedig voor het kleine El Salvador. Niet alleen omwille van de moord op de heilige bisschop Oscar Romero, die vandaag precies veertig jaar geleden tijdens het vieren van de Mis werd doodgeschoten.
In de eerste maanden van 1980 deed Romero, aartsbisschop van de hoofdstad San Salvador, al het mogelijke om een volledige oorlog in zijn land te voorkomen. De op 14 oktober 2018 heilig verklaarde Romero schreef al in februari 1980 een brief aan Jimmy Carter, de toenmalige president van de Verenigde Staten. Daarin uitte hij zijn zorgen over het beleid van de VS. Het land was van plan meer militairen te sturen en was verantwoordelijk voor het trainen van het repressieve Salvadoraanse regeringsleger. Dat leger was betrokken geweest bij de moord op burgers, waaronder katholieke geestelijken en hun parochianen. Romero schreef Carter dat als hij echt wilde helpen, hij dergelijke hulp niet zou mogen sturen en zich niet moest mengen in interne aangelegenheden van het land. Ook zou hij geen leger moeten steunen dat alleen geïnteresseerd was in de onderdrukking van Salvadoranen en “de belangen bevorderde van de Salvadoraanse oligarchie”. Aartsbisschop Romero had ook onderhandeld met de leider van de militairen die de macht hadden overgenomen. Hij drong er bij hem op aan een einde te maken aan het geweervuur in een buurt nabij de Nationale Universiteit in San Salvador. Ten slotte riep Romero de soldaten op om bevelen die “tegen de wet van God” ingaan niet op te volgen en te stoppen met het doden van hun broeders en zusters.
Het leek alsof de situatie niet erger kon worden. Toch was dit wel het geval. Toen Romero op 24 maart 1980 een Mis vierde ter nagedachtenis aan de moeder van een vriend, werd hij doodgeschoten. De aartsbisschop werd het beroemdste slachtoffer van de burgeroorlog die tot 1992 duurde en meer dan 70.000 levens eiste.
Terwijl de Kerk in El Salvador en anderen over de hele wereld stilstaan bij het veertigjarig jubileum van Romero’s martelaarschap, is de rol die de kerkelijke leer speelde in zijn nabijheid tot de armen, duidelijker geworden. De heilige Romero is een model geworden voor voorstanders van sociale rechtvaardigheid. Hij benadrukte de rol van de Kerk in het verdedigen van de mensenrechten. Ook destijds begrepen vele katholieken deze rol. De leiding van de Amerikaanse bisschoppenconferentie steunde Romero en sprak zich voortdurend uit tegen de Amerikaanse financiering van het Salvadoraanse leger. Dat gold ook voor duizenden Amerikaanse katholieken.
“Romero werd het beroemdste slachtoffer van de burgeroorlog die tot 1992 duurde en meer dan 70.000 levens eiste.”
Net als zijn medegeestelijken in de VS, werd aartsbisschop Romero niet door ideologie, maar door de kerkelijke leer bewogen. Romero werd daarbij onder meer beïnvloed door enkele documenten die voortkwamen uit de algemene conferenties van de Latijns-Amerikaanse Raad van Bisschoppen (CELAM). De eerste daarvan was in 1968 in Medellin, Colombia, een tweede in Puebla, Mexico, in 1979.
“Welk tafereel confronteert ons, als we onze blik over Latijns-Amerika laten gaan? Het is niet nodig om diepgaand onderzoek te doen. De duidelijke waarheid is dat de kloof tussen ‘de velen die weinig hebben en de weinigen die veel hebben’, voortdurend groter wordt”, schreven de bisschoppen in het slotdocument van die bijeenkomst in Puebla. Romero was daarbij aanwezig.
Hun boodschap was er één van de Kerk die zich inzet voor de armen en hun mensenrechten en bevrijding hooghoudt. Maar de bevrijding waarover ze spraken, was niet van ideologische aard. Ze spraken vanuit een religieus perspectief. Dat merkten enkele boeren die in de jaren zeventig in aanraking kwamen met de Salvadoraanse jezuïet Rutilio Grande. Hij was een tijdgenoot en vriend van Romero en liet de boeren het verhaal van het Gods volk uit het boek Exodus lezen. Ze lazen over de bevrijding van Gods volk dat aan honger, mishandeling en onderdrukking leed. Net als Mozes in Exodus speelden de Kerk en haar leiders een rol in die bevrijding. Maar het was een visie die niet in goede aarde viel bij – ook katholieke- oliebaronnen. Grande werd al in 1977 door de Salvadoraanse veiligheidsdienst vermoord. Paus Franciscus erkende afgelopen februari zijn martelaarschap. Een datum voor zijn formele zaligverklaring volgt later.
Voordat het coronavirus openbare bijeenkomsten wereldwijd stopzette, waren er tot ver buiten El Salvador vieringen gepland voor het jubileum van Romero’s martelaarschap, onder meer in Engeland, België en de VS. De Salvadoraanse bisschoppen moesten de vieringen rond het jubileum annuleren. Wel roepen zij de katholieken op hun toevlucht te zoeken bij krachtige voorsprekers in de hemel. “Laten we de heilige Maagd Maria en de heilige Oscar Romero aanroepen om door hun voorspraak de hulp van God te verkrijgen”, zei de huidige aartsbisschop van San Salvador, José Luis Escobar Alas Escobar.